Een HERFSTHOL in de huishoek. Een tentje met lappen erover en een slaapzak erin.
De kinderen kunnen een winterslaap doen en bv egeltje spelen. Mandjes met noten, kastanjes en eikels erbij en het telle
Spinnetje, spinnetje, spin, kriebelt aan mijn kin, kriebelt op mijn rug, en vlug weer terug. Roetsj langs mijn been, op mijn dikke teen. Met een zuchtje wind (fft), springt hij op een ander kind.