Zes kleine stampertjes
Hadden een ziek lijf
Één ging er een drankje halen
Toen waren er nog vijf
Vijf kleine stampertjes
maakten in bed plezier
Één maakte er een koprol
Toen waren er nog vier
Vier kleine stampertjes
Zeiden: ha-ha-ha-hatsjie
Één ging er naar de dokter
Toen waren er nog drie.
Drie kleine stampertjes
lagen in bed
Één viel er naar benee
Toen waren er nog twee
Twee kleine stampertjes
Deden kunstjes op één been
Één viel er op de grond
Toen was er nog maar één.
Het laatste kleine stampertje,
De kleinste van het spul
Liep hard naar zijn vader toe,
Toen waren er nog nul..
_gevonden op site Juf Joyce